Wolf in schaapskleren

foto van een schaapIk kan het niet laten. Ik ga nóg een aflevering bespreken van de Volkskrantserie ‘Dit ben ik – Portret van een kind in zijn of haar slaapkamer’. Deze is van dinsdag 19 juli en gaat over Erik Jan, elf jaar. Een echte jongen: hij luistert graag naar luistercd’s over ‘een soort oorlog’, hij tekent gebouwen en tanks, en hij speelt met lego. De foto laat ook een echte jongen zien, in een echte jongenskamer: een robuust bed en een bureau met een stoel, en verder geen tierelantijnen. Alleen een soort steenachtige hompen op de vensterbank. Erik Jan zit op een stoel, hij draagt een blauw t-shirt, een spijkerbroek met gaatjes bij de knieën en gympen met gestrikte veters en dubbele knoop. Hij houdt een gitaar vast, de band los om zijn nek, de gitaar leunt op zijn knie. Hij slaat een akkoord aan, zijn vingers keurig recht op de snaren en zijn blik gericht op de camera. Geen stoere blik, een zachte blik, misschien zelfs een beetje bang. Of is het schaapachtig? Dat zegt hij zelf, dat hij schaapachtig kan kijken. Als de juf boos op hem is, dan kijkt hij heel schaapachtig terug en dan wordt ze nog bozer. Maar als je Erik Jan zo ziet, kun je je niet voorstellen dat iemand ooit boos op hem kan worden. Of is dat schijn? Wat zit er achter die schaapachtige jongetjesblik? Een wolf! Dat zit erachter! Want op de vraag ‘Als je een dier was, welk dier zou je dan zijn?’ antwoordt hij: ‘Een wolf. Dat vind ik coole dieren en ze zijn ook echt mooi. Ze leven ‘s nachts. Ik ben ook meer een avondmens.’

Dat vind ik zo lief. Dat een jongen van elf zegt dat hij een avondmens is. Komt dat even slecht uit, als je kind bent… Maar goed, dat kan hij later allemaal royaal inhalen. Ik maak me totaal geen zorgen over Erik Jan. Wolf in schaapskleren.

Zijn antwoord op de laatste vraag is ook heel mooi, en bovendien leerzaam voor velen van ons. De vraag is: Waar word je heel blij van? Erik Jans antwoord: ‘Als ik iets stoms moet doen en als ik dan klaar ben.’

Zo. Zo simpel is het. Om blij te worden moet je gewoon eerst even iets stoms doen. Je moet het alleen wel afmaken, zodat je klaar bent. Anders werkt het niet.

Posted in Portretten | Tagged | Leave a comment

Eénmaal daags een radslag

foto van een meisje dat de radslag doet.

De radslag (op één hand!)

In de Volkskrant van dinsdag 12 juli werd een meisje van 7 geïnterviewd, in de serie ‘Dit ben ik – Portret van een kind in zijn of haar slaapkamer’. Een mooie serie, waarin vragen worden gesteld als ‘geloof je ergens in?’, ‘waar word je boos om?’ en ‘wat is het mooiste verhaal dat je pas hebt gehoord?’.
De kop van het artikel was: De radslag doe ik elke dag. Het meisje, Yamuna, zegt dat ze een hobby heeft: de radslag. Die doet ze elke dag. En als je goed naar de grote kleurenfoto in de krant kijkt, zie je dat voor je. Ik zal Yamuna voor jullie beschrijven. Ze draagt een paars fluwelen jasje, een spijkerrokje en een stevige roze legging. Haar voeten in de open slippers zijn bruin van het buitenspelen. Ze staat stoer, een beetje door een been gezakt en met losse armen, leunend tegen het hoge bed. Ze heeft lang blond haar, niet heel netjes gekamd en zonder speldjes. Want je haar moet natuurlijk lekker meewapperen als je de radslag doet…

De laatste vraag van het interview levert altijd mooie antwoorden van kinderen op: Hoe ziet je leven er over tien jaar uit? Yamuna antwoordt:

‘Anders dan nu. Ik denk dat ik de radslag dan niet zo vaak meer doe. Verder maak ik heel veel huiswerk. Misschien zit ik dan ook vaak aan de telefoon. Ik vind dat niet leuk, maar heel veel mensen doen dat.’

Daar springen de tranen van in je ogen. Het is confrontered. Wat voor leven leiden wij eigenlijk? Hoeveel dingen zijn we gaan laten, tien jaar nadat we 7 werden, twintig jaar nadat we 7 werden? Kinderen zien alles. Ze zien dat je leuke dingen gaat laten als je ouder wordt, en dat je steeds meer vervelende dingen gaat doen, zoals vaak aan de telefoon zitten.

Lieve Yamuna, blijf alsjeblieft elke dag de radslag doen! Ook als je veertig bent, of vijftig, zo lang als je kunt. En je hoeft niet te bellen, als je dat niet wilt. Echt niet.

 

PS: de foto linksboven komt van een Bieslog uit 2003, van Wim de Bie. Ik hoop dat Wim het goed vindt dat ik de foto hier laat zien, ik vind hem zo mooi. Hij komt uit zo’n flipboekje, waarbij je bewegende beelden ziet als je snel bladert, net als in een film.

 

 

Posted in Portretten | Tagged | Leave a comment

Regen

 

Jij was de regen

En dan was ik de aarde

En jij viel op mij

 

 

Posted in Haiku's | Leave a comment

Ode aan traagte

 

Als je zo oud bent als ik

Kent het leven weinig geheimen meer

Ik heb het rondje gemaakt

Ik weet hoe je een goed glas wijn drinkt

Hoe je oesters eet

En hoe je een brommermotor uit elkaar haalt

Dat is fijn

Het is fijn om oud en wijs te zijn

Want dat ben ik: wijs

Het lijkt misschien raar om van jezelf te zeggen dat je wijs bent

Maar ik ben zo wijs om niet vals bescheiden te zijn

 

Kijk nou, die kinderen

Hoe ze dartelen tussen de bomen

Hun jonge vlees openhalen aan distels en boomschors

Met hun tong uit hun mond

Als ik niet zo stijf was zou ik meerennen

Vroeger rende ik als een god

Alsof ik vleugels aan mijn enkels had

Het ene moment was ik hier, het volgende daar

Ik rende mezelf voorbij

Ik verbaasde mezelf

Nu verbaas ik mezelf met mijn traagte

Maar dat is mooi

Traagte

Traagte wordt niet genoeg geprezen

Traagte is kunst

Ik neem me voor elke dag trager te worden

Trager en trager

Tot ik stil sta

 

(Tekstfragment uit Sparagmos, voorstelling op Terschellings Oerol 2006.)

 

Posted in Theater | 1 Comment

Ode aan de vuurtorenwachter

foto uit de voorstelling 'Vuurtorenwachter'

Vuurtorenwachter, Terschellings Oerol 2005. Foto: Ben van Duin

Afgelopen maandag berichtte de NOS dat de vuurtorens van Terschelling en Schiermonnikoog bemand zullen blijven. Eindelijk erkent de politiek ‘dat het menselijk oog eerder calamiteiten waarneemt dan iemand die op afstand op videoschermen kijkt’. Eindelijk wordt er iets NIET geautomatiseerd, omdat de ouderwetse manier beter is. De mens heeft de machine verslagen. Een triomf. Een geruststellende gedachte. En een mooi tegengeluid ook, van een staatssecretaris die niet per se zijn eigen stempel op het beleid hoeft te drukken, maar die luistert naar de argumenten en kennis van vuurtorenwachters, en een wijs besluit neemt.

Het onderwerp gaat me aan het hart. In 2005 schreef ik de monoloog Vuurtorenwachter, een toneeltekst waarin ik verhalen en anekdotes verwerkte van (oud)vuurtorenwachters van Ameland en Terschelling. Het stuk is gespeeld op Oerol, in de duinen, met de Brandaris op de achtergrond. Een fragment uit de tekst:

 

Ze willen me daar weg hebben

foto van acteur Stijn Westenend, als vuurtorenwachter.

Vuurtorenwachter, gespeeld door Stijn Westenend. Foto: Ben van Duin

Ze willen me vervangen

Door een camera

Een infraroodcamera

Die wordt bestuurd door een computer

Een soort brein

Een überbrein

Dat nooit fouten maakt

Dat brein

Dat brein

Bevindt zich ergens

Op het land

Niet aan zee, maar op het land

In een kantoor zonder ramen

Geen wachter meer

Die kijkt

Maar een camera

Die filmt

De beelden worden doorgeseind

Naar een kantoor

En in dat kantoor

Zit

Iemand

Die beelden bekijkt

Op een beeldscherm

Of misschien wel honderd beeldschermen

 

Alles

Alles hier

Alles

En wij

Ook wij

Worden gefilmd

En bekeken

In een kantoor

Door een kantoorbediende

Een anonieme

Universele

Kantoorbediende

Als ik dit doe

(beweegt zijn pink)

Dan ziet hij dat

En dit

(draait met zijn ogen)

En dit

(gaat met zijn hand in zijn broek en pakt zijn kloten)

En dit

(doet zijn broek naar beneden en laat zijn kont zien)

 

(Hij stoot zich aan het roestige voorwerp.)

 

Kloteding

Klotevoorwerp

Ligt hier al jaren

Toen ik hier voor het eerst kwam, lag hij er al

Hij

Was hier eerder dan ik

Daar, daar lag ie

Ik weet ’t nog goed

Hoe het licht viel, en hoe hij daar lag

Te roesten

Met een briefje erop: repareren

Repareren

Dat stond er echt

Maar niemand wist wie dat briefje had geschreven, of wie

Hem daar had neergelegd

En niemand wist

Waar hij voor diende

Ja, het was een soort apparaat, een soort instrument

Waarmee je iets kon doen

Dat zagen we wel

Maar niemand wist WAT

Dus bleef hij liggen

Jarenlang

Het briefje is vergaan, maar hij niet, hij is er nog

Hij ligt daar

Hij

Is het bewijs

Dat

Alles

Vroeger

Anders

Was

 

Ze roken me uit mijn hol

Ze jagen me weg

Ze sturen de honden achter me aan

Ze schieten me neer

Ze snijden mijn strot open en kijken hoe ik leegbloed

Ze dansen erin

In mijn bloed

Ze zingen en stampen en spelen accordeon

Ze lachen

Lach maar

DIT IS MIJN TOREN

MIJN TOREN

VAN MIJ

VAN MIJ

 

 

Posted in Nieuws, Persoonlijke berichten, Theater | Leave a comment

Kaas of: In kunst mag niet geprobeerd worden.

Ik ben eindelijk mijn klassiekers aan ‘t bijwerken en heb vandaag Kaas uitgelezen, van Willem Elsschot. Het is een dun boekje, een novelle uit 1933, met een taalgebruik dat niet ouderwets aandoet, misschien een tikkeltje gedragener dan wij nu gewend zijn, maar het scheelt niet veel. En wat een verhaal! Het gaat over kantoorklerk Laarmans, een brave man met een gezin, die terechtkomt in een milieu van geldverdieners en handelaren. Hij krijgt de kans om ook ‘koopman’ te worden en gooit zijn leven om. Hij wordt handelaar in kaas, onder het motto: kaas marcheert altijd, want eten moeten de mensen tóch. Maar verkopen blijkt toch iets moeilijker dan Laarmans had gedacht… hij stelt het uit en is in het begin dagenlang alleen maar bezig met het uitzoeken van een bureau en een schrijfmachine, terwijl er tonnen kaas in een opslag liggen te wachten. Meer vertel ik niet, lees het zelf maar. Het is komisch en tragisch tegelijk. En het is vooral erg goed geschreven.

Het boekje begint met een inleiding van Elsschot, waarin hij laat zien hoe je een goed verhaal schrijft, hoe je spanning opbouwt, hoe je een blauwe lucht beschrijft en voelbaar maakt dat het elk moment kan gaan donderen. Hij geeft het recept, noemt alle ingrediënten, en toont ons meteen daarna zijn meestergerecht, Kaas. De inleiding gaat vooral over stijl en ik wil er een paar zinnen uit citeren, omdat ik ze zo mooi vind:

“In de natuur zit het tragische in ‘t gebeurde zelf. In kunst zit het meer in de stijl dan in wat er gebeurt. Een haring kan tragisch geschilderd worden, al zit er aan zo’n beest niets dat tragisch op zich zelf is. Daarentegen is het niet voldoende te zeggen ‘mijn arme vader is dood’ om een tragisch effect te bereiken.”

“In kunst mag niet geprobeerd worden. Probeer niet te schelden als gij niet toornig zijt, niet te scheien als uw ziel droog staat, niet te juichen zolang gij niet vol zijt van vreugde. Men kan proberen een brood te bakken, maar men probeert geen schepping. Men probeert ook niet te baren. Waar zwangerschap bestaat volgt het baren vanzelf, ten gepasten tijde.”

Ik weet niet of ik het daar helemaal mee eens ben. Om kunst te maken moet er veel geprobeerd worden, en er moet veel worden weggegooid. En volgens mij mag er ook worden gelogen in kunst, mits er goed wordt gelogen. Maar Elsschot bedoelt iets anders, en daarmee ben ik het wel eens. Het moet ergens vandaan komen, je kunt niet zomaar kunst maken. In die zin is een recept zinloos. Iemand die het recept volgt, maakt daarmee nog geen kunst.

Het boek eindigt met een recensie van M. ter Braak, uit Het Vaderland van 3 december 1933, die in veel opzichten aan onze tijd doet denken. Het begint ermee dat de gemiddelde ‘intellectuele’ Nederlander de schrijvers van zijn taalgebied niet kent. Dat is in deze tijd niet anders, maar dit speelde toen dus ook al! Dan gaat het over kwaliteitsverschillen, over ‘het middelmatige boek’ versus ‘het boek van betekenis’. En het gaat over Europa, over hoe, door een gebrek aan wezenlijke belangstelling voor de eigen cultuur, Nederland internationaal een verkeerde indruk wekt en zichzelf tekort doet. Een citaat van Ter Braak, zo brandend actueel dat je het morgen in de Tweede Kamer zou kunnen voorlezen : “Zulk een toestand maakt het isolement van een klein volk zonder internationaal gangbare taal weer des te drukkender en beschamender; want wij kunnen ons nu eenmaal in deze tijd de luxe niet permitteren er een ‘eilandcultuur’ op na te houden, zoals in de zeventiende eeuw. Zonder contact met de Europese problemen worden wij weer wat wij in de eeuw van Beets en Tollens geweest zijn: de Chinezen van Europa, bang voor de gele kaft van een Frans romannetje, zwerend bij de kaas als het symbool van de kosmos.”

Posted in Over boeken | Tagged , , | Leave a comment

Na de Mars der Beschaving

Het is maandagavond,  tegen twaalf uur. De Mars der Beschaving is voorbij, in elk geval voor nu, even. Na het zien van een paar nieuwsuitzendingen is wel duidelijk dat de mars weinig invloed heeft gehad op de beslissingen van kabinet en Tweede Kamer. Maar toch is het goed dat de mars is gelopen en dat er vandaag op het Malieveld in Den Haag door verschillende mensen is gesproken: burgers, kunstenaars, belangrijke mensen uit binnen- en buitenland.

Zondag heb ik meegelopen van Rotterdam tot Delft, daar moest ik helaas de stoet verlaten, maar jongens, wat een mooie mars! En wat een mooie demonstratie, vandaag op het Malieveld! Ik heb een kleine foto-impressie gemaakt voor degenen die er niet (of juist wel) bij waren. Dit is een klein gedeelte, in werkelijkheid was er veel meer te zien en te beleven, zoals het slapen in de theaters en de ‘ruzie’ met de M.E. Ik was niet overal bij en ik heb niet overal foto’s van, en dat is misschien maar goed ook. Maar dit is er wel, 21 foto’s van de mars, niet altijd even scherp, ga maar kijken… klik op het kruis: X

Posted in Nieuws | Leave a comment

Mars der Beschaving

Vandaag de Mars der Beschaving (klik voor info). Morgen -maandag 27 juni- demonstratie tegen de cultuurbezuinigingen op het Malieveld in Den Haag.

De Mars der Beschaving is een initiatief van kunstenaars en kunstliefhebbers, maar is nadrukkelijk ook bedoeld voor mensen uit de zorg, onderwijs, milieu, etc, kortom: voor iedereen die zich zorgen maakt over de bezuinigingsplannen en keuzes van dit kabinet. Op dit moment staan er voornamelijk kunstenaars op de lijst van deelnemende instellingen en personen, dat is jammer. Ik heb begrepen dat dit komt doordat de andere sectoren al demonstreren op andere dagen. Meerdere keren demonstreren is zwaar, dat begrijp ik wel. Ik zie eerlijk gezegd een beetje op tegen de mars, vanavond… maar ik ga wel. En morgen ga ik demonstreren. Ik zal proberen wat foto’s te maken voor op dit blog.

Aan alle twijfelaars: je kunt ook een deel van de mars meelopen. Rond 23.00 uur komt de mars aan in Delft, bij het station, en daar kun je in- of uitstappen.

Posted in Nieuws | Leave a comment

La carte et le territoire

omslag boek *spoileralert* (Lees niet verder als je dit boek nog gaat lezen! Of anders alleen de eerste twee alinea’s, meer niet.)

Ik heb vandaag het nieuwe boek van Michel Houellebecq uitgelezen, La carte et le territoire, en ben er diep van onder de indruk. Houellebecq is wat mij betreft geniaal! Het is moeilijk iets te zeggen over een boek zonder veel van de inhoud prijs te geven… de Nederlandse vertaling is net verschenen en ik wil niemands plezier verpesten. Maar lees, lees dit boek. Er zit zoveel in, het is gedurfd en tegelijk heel eenvoudig. Ik bedoel, het is heel vloeiend geschreven, zonder gewichtigdoenerij, het is niet gewild bijzonder, en toch is het dat, bijzonder.

Houellebecq beschrijft kunstwerken, beeldende kunstwerken, die nooit zijn gemaakt, maar die je in je verbeelding zo haarscherp voor je ziet, in alle technische details, dat je steeds denkt dat ze ergens in een museum moeten hangen. Hij fileert de maatschappij, zodat je alles ineens heel goed begrijpt, of denkt te begrijpen, dat doet er niet toe, het leven in al zijn lengte en breedte komt voorbij: liefde, kunst, architectuur, economie, toerisme, dood, filosofie, seks, eenzaamheid, natuur, ouderdom, alles. Hij ontroert, met een hoofdpersonage dat afstandelijk is.

Hij voert zichzelf op als personage, de schrijver Michel Houellebecq die een eenzaam bestaan leidt en bevriend had kunnen raken met Jed, de hoofdpersoon, als hij -Houellebecq- niet op brute wijze werd vermoord. Die moord wordt ook magistraal beschreven, net als de zoektocht van een oudere politiecommissaris, naar de dader.
Maar uiteindelijk draait het boek vooral om Jed, de hoofdpersoon, beeldend kunstenaar, en zijn relatie met andere mensen, de galeriehouder, zijn geliefden, zijn vader…

Afijn, ik hou erover op. Het is wel duidelijk wat ik ervan vind. En ik ben geen recensent. Ik ben een lezer. En een schrijver. Hoewel ik dat bijna niet meer durf te zeggen, na het lezen van dit boek…

Een woord dat Houellebecq een paar keer gebruikt is: dodeliner. De vertaling is zoiets als: schommelen, wiebelen, zacht heen en weer bewegen. Maar het Franse woord is prachtig! Als je het hardop uitspreekt voel je de betekenis. Dodeliner. Dodeliner.

Posted in Over boeken, Over Frankrijk en de Franse taal | Tagged , | Leave a comment

Nieuws-loos

In mei was ik met vakantie in Spanje, het lijkt alweer maanden geleden…  we hadden geen internet, en ik heb dit keer ook geen kranten gekocht, waardoor we bijna drie weken vrijwel helemaal nieuws-loos waren. En dat was een bevrijding! Ik heb vaak last van het nieuws. Ik kan er niet goed tegen om te lezen wat voor ellendigs er allemaal gebeurt aan de andere kant van de wereld, zonder dat ik daar iets aan kan veranderen. Ik raak gedeprimeerd van berichten over moorden die worden gepleegd, soms op gruwelijke manieren. En dichter bij huis, de kranten staan er vol van: de bezuinigingen van dit vreselijke kabinet, op alles wat van waarde is: milieu, gezondheidszorg, onderwijs, bibliotheken, kunst en cultuur. Het laatste raakt me direct, als schrijver en theaterliefhebber. Vooral de podiumkunsten gaan bloeden. Ik vind de bezuinigingen onbegrijpelijk en buitenproportioneel. De manier waarop er over deze sectoren wordt gepraat getuigt van geestelijke armoede. En het kabinet-Rutte is ronduit onbeschoft, doordat het de hypotheekrente-aftrek voor miljoenenvilla’s laat bestaan, en tegelijk miljoenen bezuinigt op alles wat belangrijk is voor een bloeiende samenleving.

Het goede woord is: lelijk. Het zijn lelijke keuzes, die allemaal draaien om marktwerking en eigenbelang.

Ik ben goed in dromen. En hopen. Ik hoop dat er iets gebeurt waardoor deze plannen worden teruggedraaid, en er -alsnog- andere politieke keuzes worden gemaakt. Ik droom van een ander land. En een andere wereld. Een nieuws-loze wereld.

Afbeelding op Wiki, onderschrift: Planet Earth within a Heart. Created by The Planets Political advertising agency. Owned by the entire humanity and planet Earth.

Posted in Nieuws, Persoonlijke berichten | Leave a comment